2.18. Verlichting van de werkplek
2.18.1. Beschrijving
Om je werk goed te doen is het nodig dat je de tekst op je beeldscherm goed kunt lezen. Soms lukt dit niet omdat je last hebt van het licht: te veel, te weinig, door verblinding of door spiegeling. Er zijn drie manieren om werkruimtes met beeldschermen goed te verlichten:
- Directe verlichting: met verlichtingsarmaturen waarbij de zijdelingse lichtuitstraling met behulp van roosters of spiegels is beperkt.
- Indirecte verlichting (plafond wordt door omhoog gerichte verlichtingsarmaturen aangestraald) aangevuld met werkplekverlichting. Hierbij is de spiegelingshinder in beeldschermen minimaal.
- Een combinatie van directe en indirecte verlichting: hierbij hangen de verlichtingsarmaturen op afstand van het plafond en stralen zowel licht uit naar boven als naar beneden.
De combinatie van direct en indirect licht is de meest wenselijke verlichting.
2.18.2. Voor wie?
Voor het bedrijf om preventief of vanwege klachten maatregelen voor verlichting te nemen. Bij klachten over slechte verlichting is het verstandig eerst het verlichtingsniveau te meten om aan de hand van de metingen te bepalen of maatregelen nodig zijn. Een lichtmeting kan eenvoudig met een luxmeter worden uitgevoerd.
2.18.3. Normen
De verlichting moet voor voldoende licht en een passend contrast tussen beeldscherm en omgeving zorgen. De verlichting moet passen bij het werk en bij de medewerkers.
Oudere medewerkers hebben bijvoorbeeld meer licht nodig dan jongere. Ook moet hinderlijke spiegeling en verblinding zijn voorkomen.
De aanbevolen verlichtingssterkte voor kantoren is tussen de 200 en 800 lux, afhankelijk van de werksituatie (NEN 3087). Voor de receptie is dit 300 lux.
- Arbobesluit: Artikel 6.3 Daglicht en kunstlicht
- Arboregeling: Artikel 5.2. Inrichting van de beeldschermwerkplek
2.18.4. Tips
Voor medewerkers:
- Is het je te donker op kantoor? Gebruik een eigen werkpleklamp als extra verlichting indien aanwezig.
- Heb je last van spiegeling van licht in je beeldscherm? Ga niet in een verkeerde houding zitten om de spiegeling te vermijden, maar stel je beeldscherm anders op.
Voor leidinggevenden:
- Gebruik energiezuinige verlichting. Deze verlichting produceert minder hinderlijke warmte. Je bespaart er trouwens ook energiekosten mee.
- Kies bij grote beeldschermen waar veel opmaakwerk aan gedaan wordt voor indirecte verlichting. Dit voorkomt spiegelingshinder.
- Bij de keuze van het type lamp spelen onder meer de kleurtemperatuur (deze geeft aan hoe 'warm' of 'koud' het licht is) en de kleurweergave-index een rol. Medewerkers prefereren 'gelig', 'warm' licht met een hoge kleurweergave-index. Hou met de opstelling van een beeldschermwerkplek rekening met lichtinval van buiten. Weer hinderlijke lichtinval van buiten met de juiste lichtwering.
2.18.5. Meer weten?
Meer informatie over onder andere de lichtkleur en kleurweergave vind je in Arbo-Informatieblad nr. 7 Kantoren, SDU, Den Haag, 2007.
2.18.6. Wat levert het op?
Goede verlichting helpt medewerkers om hun werk gemakkelijker en met minder fouten te doen. Bovendien helpt het om (oog)vermoeidheid en hoofdpijn te voorkomen.